Hoe brengen wij de Gemeente tot bloei?

(Geschreven door Wes Kroezenga)

Schriftlezing:

2 Petrus 2:4, 5...”En komt tot Hem, de levende steen, door mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en kostbaar, (5) en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus.”

Beeldend wordt Christus een steen genoemd (vergelijk: Jesaja 8:14; 28:16; Daniel 2:44,45; 1Korinthiers 10:4

Deze steen is levend, omdat Hij is opgestaan uit de doden en leven geeft, zie: 1 Petrus 1: 3; 21 en Johannes 10:10b Hoewel deze steen door de mensen verworpen, heeft God Christus uitverkoren om als hoeksteen te fungeren.

In 2:4 heet Christus dus de levende steen. Dit vers geeft ook aan dat ook de gelovigen, vanwege hun verbondenheid met Christus, levende stenen behoren te zijn.

Zoals in het Oude-Testament de stenen tempel van Salomo stond, zo spreekt het Nieuwe-Testament over de gemeente als een tempel. (1 Korinthiers 3:16,17; 1 Timotheus 3:15; Openbaring 3:12) die gebouwd wordt, waarvan God de bouwmeester is.

Van die tempel maken de gelovigen deel uit. Het is een geestelijk huis, omdat de Heilige Geest er in woont en werkt (vergelijk: 1 Korinthiers 3:10; 4:17)

Elke gelovige is een priester van God, die dienst doet in de Gemeente - het huis van God - met als eerste opdracht: het brengen van offers. Maar daarbij gaat het niet meer, zoals in het Oude-Testament, om dier of spijsoffers, maar om offers die geestelijk van aard zijn zoals gebeden, lofprijs en dankzeggingen, maar bovenal zichzelf zie: Romeinen 12: 1- 2

Het gaat dus om offers die Gode welgevallig zijn zoals we kunnen lezen in Romeinen 12:1; Romeinen 15:16; Filippenzen 4:18; Hebreen 13:16.

Indien wij onze persoonlijke verantwoording tegenover God verstaan en ons laten gebruiken als levende stenen, dan zullen de gevolgen niet uitblijven m.a.w. de zegen zal niet uitblijven!

Tot slot nog zeven belangrijke zaken:

1. Woon alle samenkomsten regelmatig bij, kom op tijd, zodat u zich kan voorbereiden op de dienst.

Hebreen 10:25...Wij moeten onze eigen samenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen

Het verzuimen van de samenkomst is eigenlijk een teken van geloofszwakte,

Hebreen 4:1 zegt: Laten wij daarom op onze hoede zijn, dat niemand van u, terwijl nog een belofte van tot zijn rust in te gaan bestaat, de indruk zou wekken achter te blijven.

Door zich te ontrekken aan de zuivere leer en opbouw, loopt men grote risico af te vallen of zich te verharden, zie: Hebreen 3:12, 13, of in één of andere dwaalleer te geraken, zie: Hebreen 13:9

“Ongeloof verhardt zelfs ook de verharding”
(vergelijk: Hebreen 3:15)

Uit: Verzameling “Korte Wijsheden” (W.K.)

Laten we, zoals we kunnen lezen in Hebreen 10:24 op elkaar acht geven en elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken!

Laten we trouw zijn en blijven, dat zal anderen zeker stimuleren.

Galaten 5:22 zegt: Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.

Hosea 4:1...Hoort het woord des Heren, gij Israelieten, want de Here heeft een rechtsgeding met de bewoners van het land, omdat er geen trouw, geen liefde en geen kennis Gods is in het land.

2 Timotheus 2:22...Schuw de begeerte der jeugd en jaag naar de gerechtigheid, naar trouw, naar liefde enz. Enz.

“Zonder trouw, geen betrouwbaarheid.”

Uit: Verzameling “Korte Wijsheden” (W.K.)

Al is het weer nog zo slecht, doe dan juist al het mogelijke doen om toch de eigen samenkomst niet te verzuimen.

“Er is maar één weg om in Zijn werk vorderingen te maken: het lief te hebben.”

Uit: Verzameling: “Korte Wijsheden” (W.K.)

2. Neem deel aan de dienst, betoon toewijding, zing mee en wees blij voor de Heer. Denk ook aan de samenkomst in de week. Spreek daarover met anderen, bemoedig ze om te komen en bid, dat zij met veel zegen zullen worden bijgewoond.

Spreuken 29:18 Indien openbaring ontbreekt, verwildert het volk, maar heil hem die de wet (het woord) bewaart.

Hosea 4:6 Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis.

Luister naar de prediking

Romeinen 10:17 Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.

Let op of degene die naast u zit een zangbundel heeft en weet wat er gezongen wordt.

3. Spreek zo mogelijk nieuwe bezoekers aan en nodig hen uit terug te komen. Een welgemeende handdruk zal veel tot die uitnodiging bijdragen.

Geeft geen hand voor de vorm. Als u iemand Gods zegen wilt overhandigen zie hem of haar oprecht aan. Een oprechte begroeting zegt zoveel wanneer daar sympathie, liefde, blijdschap en bemoediging uitspreekt.

Efeziers 4:32 zegt: Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.

Wees vriendelijk tegen een ieder, zie:

Filippenzen 4:5 Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend.

4. Aanvaard blijmoedig elke taak die u (in alle liefde) wordt opgedragen.

Spreuken 15:15
Al de dagen van de ellendige zijn boos, maar voor de blijmoedige is het altijd feest.

1 Korinthiers 15:58 Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk des Heren, wetende, dat uw arbeid niet vergeefs in de Here.

Moedig nooit strijd en verdeeldheid aan, maar weest een vredestichter, vredestichters zullen, zoals we kunnen lezen in Mattheus 5:9 Gods kinderen genoemd worden. Vermijd al het geklets en geroddel en loos gepraat, zie o.a. Efeziers 5:4; Romeinen 16:17,18.

5. Bidt voor de zieken, minderbedeelden.

Hebreeen 13:16 En vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid, niet, want in zulke offers heeft God een welgevallen.

De offers van de gelovigen bestaan niet alleen uit woorden, maar ook uit daden, vergelijk: Jacobus 1:22-25.

Bij weldadigheid denken we in de eerste plaats aan het steunen van de armen.

Spreuken 14:31 zegt: Wie de behoeftige verdrukt, smaadt diens Maker, mar wie zich over de arme onfermt, eert Hem.

Handelingen 2:44, 45 En allen, die tot het geloof gekomen en bijeenvergaderd waren, hadden alles gemeenschappelijk, en telkens waren er, die zijn bezittingen en have verkochten en ze uideelden aan allen, die er behoefte aan hadden”

Bij mededeelzaamheid gaat het vooral om het delen van geld en goederen met medegelovigen, vergelijk: Romeinen 15:16; 2 Korinthiers 9:13.

Zo noemt de apostel Paulus ook de financiéle ondersteuning, die hij vanuit Filippi ontving, een welriekend, aangenaam en Gode welgevallig offer.

6. Bid voor mensen die nog niet gered zijn.

Lukas 15:7 Ik zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn over één zondaar, die zich bekeerd.”

1 Thessalonicenzen 5:16 Verblijdt u te allen tijde, bidt zonder ophouden.

Volhard in het gebed, geen kind van God mag hierbij achterblijven. Zie verder: Hebreeen 11:6; Mattheus 7: 7-11.

7. Tot slot nog zeven goede adviezen.

A. Wandel met God;
B. Doe niets wat God niet mag zien;
C. Zeg niets wat God niet mag horen;
D. Schrijf niets wat God niet kan goedkeuren;
E. Ga nergens naar toe waar je God niet zou willen ontmoeten;
F. Lees geen boek dat je niet aan God wil laten zien;
G. Maak niet zo'n gebruik van je tijd dat je je voor God moet schamen.

“De Here zegene u en behoede u;
de Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig;
de Here verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.
De genade van de Here Jezus Christus; en de liefde van God,

en de troostvolle gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen.

Copyright © 2019 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by BinR
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX

 

Naar boven